Vormen in de kerkdienst

Onder de kop "Tegen alle vernieuwing" stond in het ND van donderdag 13 november 2003 een artikel over de baptistenkerk van Londen. Voorganger Chris Cooper verafschuwt het zingen van moderne aanbiddingsliederen (worship) die in veel Engelse kerken opgang vinden. Hij zegt: "Onze aanbidding vindt plaats in denken, in woorden. Al die moderne liederen haken in op gevoelens. Die zijn subjectief en hebben niets met het Woord te maken". Echter, als het goed is, zijn onze gevoelens een reactie op het Woord. Wie kan onbewogen blijven onder de prediking van genade voor verloren zondaren?

De Chinese christendissident Watchman Nee stelde het in zijn boek Het normale christelijke leven als volgt voor: er liepen eens drie poppetjes op de Chinese Muur, achter elkaar. Het voorste poppetje heette Feit (de heilsfeiten), het tweede Geloof (wij moeten die feiten aannemen) en het derde Ervaring (het moet "landen" in onze harten). Viel er een van de drie, dan konden de anderen niet eerder verder lopen dan dat die ene weer overeind stond.

In het artikel stelt bovendien dr. Masters dat de aandacht verschuift van de inhoud naar de vorm. Nu heeft niemand iets aan inhoudsloze vormen. Het gaat natuurlijk om de inhoud, maar de vorm moet wel passen bij de inhoud. We versturen een trouwkaart toch ook niet in een rouwenvelop? En je gaat toch ook niet trouwen in je oudste plunje?

In de kerk horen we het meest fantastische nieuws dat er op deze aarde maar te vinden is. Er komt een boodschap met een diepe ernst tot ons, een boodschap die van God zelf afkomstig is. Vaak echter wordt deze boodschap aangehoord met een stoïcijnse gelatenheid, waar Gallio en zijn broer Seneca nog wat van zouden kunnen leren. Op jongeren komt dit ongeloofwaardig over.

Naar ons gevoel (!) moet de blijde boodschap wel leiden tot lofprijzing en aanbidding, en ook tot verootmoediging. Wij vinden dus dat de boodschap Schriftuurlijk moet zijn, maar dan wel zo dat het poppetje "Ervaring" ook mee kan komen.

Albert en Bep Welleweerd