In Prediker 1:12 lezen we: "Ik, Prediker, was koning over Israël in Jeruzalem." Er waren maar twee koningen die in Jeruzalem over Israël regeerden: David en Salomo. Latere koningen in Jeruzalem waren geen koning over Israël, maar over Juda. Eerdere koningen in Jeruzalem, zoals Adoni-Zedek (Jozua 10:1, 3) en Abdi-Heba uit de Amarnabrieven, regeerden evenmin over Israël.
Uit Prediker 1:1 volgt dat Prediker een zoon van David is en dus niet David zelf. Prediker kan daarom niemand anders dan koning Salomo zijn.
Tegenwoordig zijn echter veel theologen van mening dat Prediker geschreven is door een verder onbekende wijsheidsleraar die net deed alsof hij Salomo was. Het probleem met deze opvatting is dat in de vroege kerk schrijven onder de naam van iemand anders niet werd geaccepteerd. Tertullianus vermeldt dat de auteur van de Handelingen van Paulus en Thekla uit zijn ambt gezet werd, alleen omdat hij het boek onder Paulus naam had geschreven. En Serapion, die bisschop van Antiochië was, schreef: "We ontvangen zowel Petrus als de andere apostelen als Christus, maar de geschriften die ten onrechte hun naam dragen verwerpen we" (J.A.T. Robinson, Redating the New Testament, pp. 187188).
Albert Welleweerd, 5 september 2023