Deuteronomium
- Enige opmerkingen over Mozes' laatste lied. De
Reformatie 37, pp. 129-130 (nr. 17,
3 februari 1962), 137-138 (nr. 18, 10 februari 1962),
145-146 (nr. 19, 17 februari 1962), 153-154 (nr. 20, 24
februari 1962), 161-62 (nr. 21, 3 maart 1962).
Misverstand over de betekenis dit lied kan er niet zijn.
Het handelt over Gods oordelen over de kerk bij
verbondsverlating. Tegelijk wil het een middel zijn om
het gestrafte afvallige volk weer tot bekering te
brengen.
Het lied van Mozes veronderstelt dat er binnen Israël
een scheiding is tussen trouwe en ontrouwe Israëlieten.
De laatsten zijn vijanden, de eersten vormen het volk van
God.We stoten hier op een antithese, die we bijvoorbeeld
ook in vele Psalmen ontmoeten. De vijanden zijn daar heus
niet altijd buitenlandse tegenstanders, maar vaak
afvallige volksgenoten.