De christen in de maatschappij
- The World, our Home. Christians between creation and recreation. Neerlandia: Inheritance Publications, 2013 (161 pagina's).
For the Christian there is no choice to be made between gospel and culture, and no antithesis between culture and the Christian faith.
Van der Waal does not promote a false sense of optimism, but does oppose cultural pessimism.
The believer is the rightful heir to this inheritance. The cultural mandate has as much a place in the New Testament era as does the mission mandate.
On that basis, he calls us to cultural engagement and to living life on this created earth as whole human beings with bodies as well as spirits and souls.
We are not to transform culture, and certainly not to counter it, but simply to fulfill our calling.
Christians are called to be salt and light, not only through pure doctrine and preaching to save souls, but by showing how life is meant to be lived on this created earth.
As part of our mission mandate, we need to be able to have meaningful dialogue between Jerusalem and Athens.
That dialogue should point back to creation and the new creation (Easter), and forward to the resurrection of our bodies.
-
De wereld, onze woning. Christen tussen schepping en herschepping. Zwaag: Van Berkum Graphics, 2004 (126 pagina's).
Bezinning op het thema "vreemdelingschap" is
nodig. Abraham was "vreemdeling". Wat betekent
die term? Waren Abraham en de andere patriarchen niet in
cultuur geïnteresseerd? Abraham was een rijk man, de
Hethieten noemden hem een "Vorst Gods". Hij kon
een leger van 318 getrainde strijders op de been brengen
(Genesis 14:14). Maar wanneer in Hebreeën 11:13 staat
dat de aartsvaders beleden dat zij vreemdelingen en
bijwoners waren, moet men denken aan Genesis 23:4 en
47:9, waar Abraham voor de Hethieten en Jacob voor de
farao stond. Daarom is er geen reden om Hebreeën 11:13
vanuit een piëtistich standpunt uit te leggen, als
bewijstekst dat we enkel pelgrims en reizigers zouden
zijn op aarde.
Wanneer de aarde slechts een doorgangshuis is, wordt het
accent gelegd op de ziel en niet op de taak van de
christen. Dan staat de mens in het middelpunt in plaats
van de roeping in het dagelijks leven. Toch mogen we onze
persoonlijkheid in deze grauwe wereld verdedigen en
bewaren en woekeren met onze talenten. Het evangelie komt
niet alleen met een boodschap voor de ziel, maar "we
leven door de Geest als we stenen metselen of kippen
fokken", aldus de auteur.
Er is ook geen tegenstelling tussen het Oude en het
Nieuwe Testament, als zou het Oude Testament meer aards
en het Nieuwe Testament meer geestelijk zijn. En ook niet
tussen godsdienst en cultuur. De echte tegenstelling zit
hem in die tussen waar en vals evangelie.
De auteur zegt over cultuur in de breedste zin van het
woord: "We kunnen niet zeggen dat degenen die het
christelijk geloof niet aanvaarden a-culturele wezens
zijn. De cultuur wordt alleen op een verkeerde manier
door hen gebruikt. Er bestaat christelijke kitsch en er
zijn "heidenen" die van nature doen wat de wet
gebiedt (Romeinen 2:14)."
Over de multiculturele samenleving: "We integreren
de vreemdeling in een cultuur die de zijne niet is. Laat
ze gekerstend worden, maar laat ze ook ontwikkelen wat
goed en bruikbaar is voor hun eigen cultuur. Respect voor
goede dingen in vreemde culturen is de consequentie van
het geloof dat er een "geheiligde" inbreng is
in de Stad van God.
Dit zijn een paar voorbeelden van de inhoud. De auteur
schrijft in de voor hem karakteristieke stijl over nog
vele andere thema's, zoals: de betekenis van
"geschapen naar Gods beeld", fundamentalisme,
apocalyptiek, milieuproblematiek. "De christen moet
geëngageerd zijn", zegt de schrijver.
- Die wêreld is ons woning. Christelike kultuurtaak. Pretoria: NG Kerkboekhandel Transvaal, 1985 (47 pagina's).
Die uiters belangrike vraag dring hom op: Is ons werklik pelgrims op aarde? Is
die kerk hier slegs 'n Godsvolk op trek? Maar daar staan
tog in Psalm 115:16: Die aarde het Hy aan die
mensekinders gegee. Is dan tog die aarde ons woning wel?
Dit is die probleem. Is ons slegs op reis na die hemel
terwyl ons "aardse taak" eintlik bysaak is, of
het ons hier 'n baie belangrike taak en roeping waardeur
ons hier allesbehalwe vreemdelinge en pelgrims is?
- Strangers here below? Christian Renewal February 4, 1985, pp. 10-11, 15.
"I'm a stranger here, within a foreign
land. My home is far away..." Many of us have sung
such words, but have we ever paused to think carefully
about what they mean? Are we really strangers on the
earth? Are we serving an apprenticeship here in
preparation for higher duties in heaven? Or do we live in
the hope that a redeemed humanity will take possession of
a renewed earth under the Kingship of Jesus Christ? If
our Lord is, indeed, the "King of Creation,"
don't we have a solid claim to the land on which we grow
our crops and build our homes?
- Oor Godsaligheid wat met wetenskap verbind moet word.
Pretoria, 11 augustus 1979.
Voetius se teruggaan agter die Reformasie na die
middeleeuse mistiek was geen nadere reformasie nie, maar
het die deformasie aangehelp. Die mense wat vroom wou
wees het hulle op doperse wyse teruggetrek in
konventikels. Voetius se boodskap het vir die
wetenskapsbeoefening ook geen boodskap ingehou nie. Sy
navolgelinge het die pelgrimsgedagte verder uitgewerk en
die Pelgrimsreis van Bunyan en heel die
metodisties-angelsaksiese benadering lê in dieselfde
lyn. In feite het hierdie approach die wetenskap
prysgegee.
Kuyper se benadering wou die christen aktief maak en die
lewe instoot. Dit het ook gebeur, maar op grond van die
algemene genade-konsep en die kultuuroptimisme. Vandag
oes ons in die breë gereformeerde lewe die vrugte
hiervan. Die weerstand teenoor die piëtisme kalf af. Aan
die ander kant verdwyn ook die weerstand teenoor die
sekularisering van die wetenskap.
Schilder het egter teenoor Kuyper begin om die vroomheid,
die pietas in die verbondskader te plaas.
Die vroomheid het nou nie meer iets geword wat aan die
mens - wat verder in sy (ook wetenskaplike) lewe doen wat
hy wil, al leef hy fatsoenlik - aangeplak is nie.
Nee, die mens is daarby bepaal dat hy sy vroomheid moet
uitwerk in sy praxis, ook wetenskaplik. Godsaligheid het
nou sy wins vir alle dinge en staan nie los teenoor die
outonome wetenskap nie.
As christen sal ons beperkings moet ken. Christene wat by
nag en onty teen die televisie vasgeplak is soos 'n vlieg
teen die ruit, kan moeilik baie presteer. Ons sal verder
die gedagte met wortel en tak moet uitroei dat 'n mens
tevrede kan wees indien grade behaal is, 'n status
opgebou en die grootste middelmatigheid behaal is. Soiets
stry teen alle Godsaligheid.
- Vra is vry: Paulo Freire.
Kerk en Woord 26, pp. 141-142 (nr. 5, juni 1978).
Volgens Paulo Freire is die TAAL 'n middel van die
onderdrukkers om die onderdruktes in slawerny te hou.
Daarom moet kinders vanaf die kleuterskool leer om te
breek met die erkenning van outoriteite. Die erfsonde van
die erkenning van gesag moet uitgeroei word. Die mite dat
opstand sonde is, moet ook verdwyn. Die gedagte dat die
deemoed en geduld deugde is moet verdwyn, dis naïef om
te preek en goeie werke te doen en van mening te wees dat
dit die wêreld verander. Net geweld help!
-
De harten omhoog! Maar hoe? Beschouwingen over het 'cultuurmandaat'. Goes: Oosterbaan & le Cointre, 1976 (71 pagina's).
Toen is Schilder gekomen. Hij heeft iets ontzaglijk
groots gedaan. Hij heeft weer het leven geopend door
alles onder de noemer van het verbond te zetten, op het
ambt van de christen te wijzen, het heerlijke van de
roeping te onderstrepen. Schilder heeft het leven gesteld
onder de noemer van dienst, dienst, dienst. Ik wil wel
zeggen dat dit ons, jongeren uit de dertiger jaren,
ontzaglijk gegrepen heeft.
We hebben de dure taak om vandaag midden in deze wereld
te staan. Niet paraderend, niet triomfantelijk, maar wel
blij, gehoorzaam, alles om ons heen als ons eigendom
ziende, en werkend zolang God ons adem geeft. Dan
bedenken we de dingen die boven zijn.
- Literatuur en kunst: Zien we, en hóe zien we? De Reformatie 43, pp. 211-212 (nr. 27, 13 april 1968), 221-222 (nr. 28, 20 april 1968), 228-229 (nr. 43, 27 april 1968).
- Die noodsaak van Gereformeerde onderwys. Pretoria: Vereniging vir Gereformeerde Skoolonderwys, 1965 (12 pagina's).
Ons wil hê die ouers moet die verantwoordelikheid oorneem en onderneem om
skole te stig waar die onderwys volgens die doopsbelofte
is. Dit is nie genoeg as daar maar net meer aandag aan
die "Bybelse Geskiedenis" gegee word nie. Die hele
onderwys moet gedra word deur die Woord en
die gereformeerde belydenis. Daar moet
heeltemaal gereformeerde skole opgerig word. Skole
waar die Bybel die uitgangspunt van alle vakke is; waar
nie net feite ingehamer word nie, maar gewys word op die verbande;
waar die humanisme en Wêreldraad reguit afgekeur word;
waar die Psalms geleer word; waar kerkgeskiedenis
nie 'n vergete vak is nie; waar die werke van die HERE
getoon word in skepping en historie; waar die band tussen
Skool, Kerk en huis nie deurgesny word nie; waar die
baanbrekers van 'n toekomstige geslag opgevoed word; waar
die kind geleer word dat as 'n mens gereformeerd
heet, jy jou nie oor daardie "bynaam" hoef te
skaam nie.
- Boekbespreking: Dr. J.H. Bavinck, Het rassenvraagstuk, Probleem van wereldformaat. De Reformatie 31, p. 393 (nr. 50, 8 september 1956).
- Kerkelijk leven: Adventslied? De Reformatie 26, p. 109 (nr. 12, 23 december 1950), verduidelijking: p. 130 (nr. 15, 13 januari 1951).
En nu zal ik wel weer het verwijt krijgen, dat
ik tegenover de doorbraak de afbraak stel.
Welnu, laat men dan maar weten, dat ik het een symptoom
vind van afval, dat er geen onderscheid meer is; dat men
uit eigen armoede niets beter weet dan dergelijke
half-christelijke, dus on-christelijke, dus
anti-christelijke poëzie, hoe goed ook in technisch
opzicht, te gebruiken voor "christelijke"
zangverenigingen. Dit is ook doorbraak, die afgebroken
moet worden.
- Kerkelijk leven: In de lijn van Sikkel. De Reformatie 25, pp. 347-348 (nr. 43, 22 juli 1950).
Weet prof. Ridderbos wel, dat de oecumenische
beweging niet maar een kerkelijke actie is, maar
ook bepaalde politieke en sociale
ideeën propageert die allerminst calvinistisch zijn?
Weet hij wel, dat een blad als Trouw, dat als een kadaver
gehoorzaam, alle oecumenische persberichten opneemt, bezig
is het levenswerk van Groen en Kuyper te vernietigen?
Laat prof. Ridderbos niet achter alles een
propagandastunt voor het G.P.V. zoeken, maar eens op onze
argumenten ingaan.
- Persschouw: Tida maoe. De Reformatie 25, p. 335 (nr. 41, 8 juli 1950).
Hoe vaak hoort men niet, dat gezegd wordt: de
hedendaagse jeugd is anders, we moeten er ons maar wat
bij aanpassen. In zo'n geval zeggen de ouders: wij willen
niet meer onze kinderen tuchtigen om hun zielen van het
dodenrijk te verlossen. Ouders die allerlei snertlectuur
op de tafel en in de boekenkasten tolereren. Ouders die
cursussen het allerbelangrijkste vinden en niet beseffen,
dat de satan vandaag hetzelfde middel toepast als
destijds in Hitler-Duitsland: Aantreden van de jeugd op
kerk- en catechisatietijd!
- Politiek en Sociaal leven: Vasthouden aan de antithese, ... Nu? De Reformatie 25, pp. 260-261 (nr. 32, 6 mei 1950).
Prof. Smitskamp brengt kritiek uit op de
eenzijdige Groen en Fabius. Dr. Verkuyl beweert dat er
waarheidselementen in het communisme zijn. Prof. dr.
Brillenburg Wurth waarschuwt voor extreem radicalisme,
dat met het begrip ware en valse kerk opereert. Wij
lachen niet. Maar de mannen van de doorbraak lachen. Door
brandstapels krijgt men nu eenmaal het calvinisme niet
klein. Maar wel door het champagne te laten drinken, wel
door het met oecumenische synthese-gedachten te laten
besmetten. Niets is er schoner dan een calvinisme dat
zich afzet tegenover hen die ernst willen maken met de
antithese.