Prediking en liturgie
- And They Sing A New
Song. About Psalms and Hymns.
Neerlandia: Inheritance Publications, 2008.
Reformed Churches have sung the Psalms for
centuries. But what about the place of hymns in the
worship services? Van der Waal shows from Holy Scripture
and history what criteria churches should use for the
Song of the Church.
- 'Woord
en Lied' en 'God is teenwoordig'.
Twee preke: Kolossense 3:16 en Sondag 10. Geleen: Spes
Bona, 2000 (36 pagina's).
Vir jare lank word daar stryd gevoer rondom
die wel of nie-invoering van vrye gesange in die sondagse
eredienste. 'n Belangrike Bybelteks wat deur sowel
voorstanders as teenstanders van gesange gebruik word is
Kol. 3:16. Die eksegese en vertaling daarvan is om die
minste te sê problematies. Ds. van der Waal het in 1969
oor hierdie moeilike teks 'n preek gelewer, wat 'n
duidelike antwoord wil gee op 'n aantal eksegetiese vrae
en daarby aantoon dat daar 'n noodsaaklike eenheid
bestaan tussen Woord en Lied.
Gemelde predikant het in 1973 'n preek gelewer oor Sondag
10 van die Heidelbergse Kategismus wat handel oor die
teenwoordigheid van God. Die pastor het die
teenwoordigheid van God in verband gebring met die
bekende Gesang 7: "Op berge en in dale en oweral is
God". Hy toon aan dat hierdie gesang nie die
teenwoordigheid van God reg vertolk soos die Skrif dit
leer nie.
- Nog 'n keer insake Gesange. Kerk en
Woord 26, pp. 139-141 (nr. 5, juni
1978).
My groot vraag is: Hoekom neem prof. Douma my pleidooi
vir beryming van die cantica nie oor nie? Ek weet
van twee broeders wat berymings ingedien het, maar hulle
is afgewys. Dit kan deur die berymings kom, maar dan kan
tog ander berymings gemaak word? Maar deputate het
beryming van cantica nie nodig gevind nie.
- En zij zingen een nieuw lied.
Over psalmen en gezangen. Oudkarspel: De Nijverheid, 1978
(62 pagina's).
We hebben een stem gekregen. En we mogen zingen.
Ook in onze erediensten. Het is goed, 'tof', om de HERE
te loven (Ps. 92:2). Hierbij komt echter onmiddellijk aan
de orde: Waarmee loven we God? Met welke woorden, met
welke liederen? Het stellen van deze vragen is legitiem.
Ook ons zingen moet aan het Woord genormeerd worden.
De auteur voert een pleidooi voor herinvoering van de
orde waarbij alle Psalmen in hun geheel in de
eredienst gezongen worden. Bovendien pleit hij voor het
zingen van de cantica (bijbelliederen zoals die
van Mozes, Hanna, Hizkia, enz.) in plaats van vrije
gezangen.
- Vra is vry: Psalms 98:4 (berym) Kerk en
Woord 26, pp. 83-84 (nr. 3, april
1978).
Soos gesê : die digter het hier die berymer aan
die kant geskuif. Daar is meer van dergelike gevalle en
helaas het daar den nie altyd iets spesifiek-Bybels na
vore gekom nie. Dit is daarom goed om elke beryming
krities te lees. En by 'n hersiening moet juis die
"stoplappe" nader bekyk word.
- Tog weer Gesange? Kerk en
Woord 26, pp. 54-62 (nr. 3, april
1978).
Ons vra ons verder af of die kerklike jaar
gewettig mag word deur spesiale
"lijdensliederen". Die kerk van Bisantium en
Rome het die lydensverhaal gedramatiseer en die kerk
opgeskeep met sewe lydensweke. Maar - dit het gebeur as
gevolg van DEFORMASIE (Cyrillus van Jerusalem; sien R.B.
Serie-boek van dr. K. Deddens : 't Begon in Jeruzalem!).
Die ou kerk (verg. Melito se paaspreek!) het egter lyde
en OPSTANDING tegelyk herdink.
- Rondom de prediking. Almanak
van het Corpus Studiosorium in academia Campensi Fides
Quadrat Intellectum 1968-69, pp.
89-112.
We hebben het vaste Woord. Hoe meer we ons in
dat Woord verdiepen, terwijl we tegelijk het oog houden
op de ontwikkeling, de noden en vragen van deze tijd, des
te meer zullen we tot de overtuiging komen: hoe sterk
spreekt het Woord ons aan! Wij hoeven niet stommetje te
spelen, vandaag. Wil men ons onderploegen, men probere
het. Maar laat van ons niet gezegd kunnen worden, dat we
ons niet hebben laten hóren! Te midden van aanstormende
bijbelkritiek, existentialisme, en wat dies meer zij,
hèbben we een Woord voor de wereld, een eigen boodschap,
die van Korea tot Brazilië van grote betekenis kan zijn.
We zullen moeten leren, dat de preek maar niet een slap
handje is, dat machteloos staat tegenover de daverende
dingen van deze dagen. Het Woord is een macht. Het Woord
redt en verlost, doet ontkomen aan de dodende greep van
deze eeuw, omdat de Geest er de krachten inlegt van de
toekomende eeuw. Daarom moeten we aan de slag, allemaal,
en het Sola Scriptura zij de achtergrond van ons
handelen.
- Hoofdartikel: Enige opmerkingen over onze
eredienst. De Reformatie
43, pp. 177-178 (nr. 23, 16 maart 1968), 185 (nr. 24, 23
maart 1968), 193-194 (nr. 25, 30 maart 1968), 201 (nr.
26, 6 april 1968).
- Varia oecumenica: 119 Gezangen. De
Reformatie 40, pp. 273-275 (nr. 34,
29 mei 1965).
- Hoofdartikel: Schriftlezing in de synagoge en het
N.T. De Reformatie
39, pp. 149-150 (nr. 20, 22 februari 1964), 157-158 (nr.
21, 29 februari 1964), 165-166 (nr. 22, 7 maart 1964).
- Hoofdartikel: 'Enige gezangen' in de oude kerk. De
Reformatie 36, pp. 385-386 (nr. 49,
16 september 1961); 37, pp. 1-2 (nr. 1, 7 oktober 1961),
9-10 (nr. 2, 14 oktober 1961), 17 (nr. 3, 21 oktober
1961), 25-26 (nr. 4, 28 oktober 1961).
Achterin de Codex Alexandrinus, die het Nieuwe
Testament bevat, vinden we niet alleen de Psalmen, maar
ook veertien gezangen uit de Schrift. Uit het Oude
Testament de twee van Mozes, dat van Hanna, het lied van
Jesaja (26:9-20), van Jona, Habakuk en Hizkia. Verder uit
de apocriefen het gezang van Manasse, Azarja en de drie
jongelingen in de vurige oven. Uit het Nieuwe Testament:
die van Maria, Simeon en Zacharias en de engelenzang. We
hebben hier te maken met een verzameling 'enige
gezangen', die in de oude kerk hun plaats in de liturgie
gehad hebben.
- Hoofdartikel: Het lied van het Lam naar de les
van het Lam. De Reformatie
36, pp. 25-26 (nr. 4, 22 oktober 1960), 33-34 (nr. 5, 29
oktober 1960), 41-42 (nr. 6, 5 november 1960).
- Kerkelijk leven: En nu... allemaal! A.D. 1776. De
Reformatie 26, p. 333 (nr. 40, 7
juli 1951).
Van Iperen vermeldde, dat ook te Rauwerd,
Irnsum, Joure, Koudum, Grouw en andere dorpen het zingen
op hele en halve noten reeds geschiedde vóór de
invoering van de Statenberijming. Men zong dus Datheens
psalmen ritmisch. Na de invoering van de nieuwe berijming
gingen Sneek, Workum, Langweer, de dorpen in de grietenij
van Baarderadeel en andere Friese plaatsen tot dezelfde
zangwijze over.
- Hoofdartikel: Rondom de Staten-berijming van
1773. De Reformatie
25, pp. 29 (nr. 4, 22 oktober 1949), 37 (nr. 5, 29
oktober 1949), 45 (nr. 6, 5 november 1949), 53 (nr. 7, 12
november 1949), 61 (nr. 8, 19 november 1949), 69 (nr. 9,
26 november 1949), 77 (nr. 10, 3 december 1949).
Bij de beoordeling van de psalmbundel van 1773
diene men de historie van de gezangenbundel van 1805 niet
buiten beschouwing te laten. Tussen beide bundels is
nauwe verwantschap, zowel wat betreft de geest die er
uitspreekt als wel wat de samenstelling en de invoering
aangaat. Het is niet toevallig, dat meer dan een derde
van de gezangen afkomstig is van drie personen die bij de
psalmberijming betrokken waren. Men kan in zekere zin
zeggen, dat de invoering van de psalmen in 1773 e.v. een proefinvasie
is geweest voor de grote gezangen-invasie in 1805 e.v.